De beginnende mentor in het voortgezet onderwijs

Yvonne wordt komend schooljaar mentor van een brugklas. Dat heeft ze net te horen gekregen van haar leidinggevende. Ze weet niet zo goed wat ze met deze benoeming moet. Haar leidinggevende gaf in hetzelfde gesprek aan dat in principe elke docent in het VO ook mentor moet kunnen zijn. Als docent moet je voldoen aan de eisen voor bekwaamheid. Yvonne begrijpt dit wel en heeft wel zin deze nieuwe uitdaging, maar het is wel spannend. Hoe moet ze als beginnende mentor deze sleutelrol vervullen? Wat wordt er van haar als mentor verwacht? Elke beginnende mentor zal zich enigszins herkennen in de onzekerheid van Yvonne. Je hebt te maken met verschillende partijen zoals leerlingen, ouders, collega’s en je leidinggevende. In dit artikel vind je meer informatie over de rollen en taken van een mentor in het voorgezet onderwijs en over de mentorvaardigheden waarover een mentor moet beschikken.

De rollen en taken van een mentor in het VO

Mentor zijn is een continu proces. Mentorschap is een belangrijke rol die elke docent in het VO, vroeg of laat in zijn of haar professionele carrière zal moeten vervullen. Als mentor moet je voldoen aan drie verwachtingen: als persoon, als professional en als docent. Als mentor krijg je een groot aantal verantwoordelijkheden bij in je functie. Volgens Groothuis & Verkuyl (2008) zijn de taken van een mentor onder te verdelen in drie taakgebieden: leren leren (studievaardigheden), leren leven (psychosociale ontwikkeling) en leren kiezen (o.a. loopbaanontwikkeling en keuzebegeleiding). In de onderbouw ligt de nadruk op het aanleren van studievaardigheden en in de bovenbouw ligt de nadruk vaak op individuele coaching (Groothuis & Verkuyl, 2008). Een mentor beweegt zich in de dynamische driehoek tussen kind, ouders en school (Bakker-de Jong & Mijland, 2005). Daarnaast moet de mentor ook overleggen met collega’s en in sommige gevallen moet de mentor zich verantwoorden aan zijn of haar leidinggevende.

Taken van een mentor

Hieronder een lijst van taken die bij een mentor in het VO horen:

  • Het verzorgen van de opening en sluiting van het schooljaar met mentorleerlingen.
  • Het bijhouden van leerlingdossiers.
  • Voorbereiden en voorzitten van leerlingbesprekingen en rapportvergaderingen.
  • Gesprekken voeren met mentorleerlingen
  • Overleggen met het zorgteam.
  • Absentie controleren.
  • Een veilig klassensfeer creëren.
  • Werken aan pestpreventie.
  • Groepsgesprekken voeren.
  • Optreden als bemiddelaar.
  • Voorbereiden/begeleiden van klassenactiviteiten en schoolfeesten.
  • Studievaardigheden aanleren.
  • Het leerproces en sociaal-emotionele ontwikkeling van mentorleerlingen nauw in de gaten houden.
  • Loopbaanbegeleiding- en oriëntatielessen geven (LOB).
  • Ouderavonden organiseren en leiden.
  • Uitdelen van informatie zoals brieven, formulieren, brochures en uitnodigingen.
  • Actief contact onderhouden met ouders
  • Gesprekken voeren met collega’s.

Deze lijst is niet uitputtend. De taken van een mentor kunnen per school verschillen. In dit artikel kun je informatie vinden over de bekwaamheid van de mentor in het vo.

Mentorvaardigheden

Wat zijn de essentiële vaardigheden voor een mentor? Een goede mentor creëert een open en veilige sfeer waar vertrouwen en wederzijds respect volledig liggen besloten in de klas. Dat betekent dat je als mentor met veel verschillende mensen moet kunnen communiceren en samenwerken. Denk daarbij aan mentorvaardigheden als gespreksvaardigheden, luistervaardigheden, feedback geven en ontvangen, omgaan met weerstand, de regie nemen, bemiddelen, ondersteuning bieden, enzovoorts.

Praktijkgerichte training mentorvaardigheden in het VO

Ben je een beginnende mentor of coach? Of heb je als mentor behoefte aan scholing om de kwaliteit van je mentortaak te verbeteren? Leer alvast de fijne kneepjes van het vak door de online training Mentorvaardigheden in het vo te volgen. Leerlingen begeleiden, pubers prikkelen, luisteren, samen tot (nieuwe) inzichten komen. En misschien wel het belangrijkst: jouw enthousiasme overbrengen op anderen. Met de juiste kennis en vaardigheden ben je alvast goed voorbereid op je rol als mentor voor het komende schooljaar.

Bronnen

Bakker-de Jong, M., & Mijland, I. (2005). Handboek voor elke mentor. Esch: Quirijn.

Dekker-Groen, A.M. (2013). Teacher competences for supporting students’ reflection. Standards, training and practice. Utrecht University.

Groothuis, M., & Verkuyl, H. (2008). Mentor in het voortgezet onderwijs. Gids voor een aanpak met visie. Amsterdam: Uitgeverij Boom.

Van Dam, L., Blom, D., Kara, E., Assink, M., Stams, G. J., Schwartz, S., & Rhodes, J. (2021). Youth initiated mentoring: A meta-analytic study of a hybrid approach to youth mentoring. Journal of Youth and Adolescence, 50(2), 219-230.

Deel dit artikel via:

Gerelateerde artikelen

Uitstelgedrag in de klas: hoe pak je dat aan?

“Ze zijn lui.” “Ze hebben geen doorzettingsvermogen.” Zo wordt vaak gedacht over leerlingen die hun taken of toetsen uitstellen. Echter is uitstelgedrag niet altijd een kwestie van onwil. Het is ook een complex samenspel van brein, motivatie en zelfvertrouwen. Als je begrijpt waarom leerlingen uitstellen, dan zul je hen beter kunnen helpen om hun motivatie terug te vinden en effectief te leren plannen. In deze blog lees je wat er schuilgaat achter uitstelgedrag in de klas, waarom het zo hardnekkig kan zijn én hoe je als leraar, mentor of schoolteam het verschil kunt maken.   Wat is uitstelgedrag precies? Iedereen stelt weleens iets uit en dat is in de meeste gevallen geen probleem. Het wordt problematisch wanneer leerlingen structureel geneigd zijn om taken voor zich uit te schuiven, ook wanneer zij zich bewust zijn van de negatieve gevolgen daarvan. Neuropsychologisch onderzoek laat zien dat dit gedrag deels verklaard kan worden

Lees meer

Risico’s van het internet voor jongeren: hoe praat je erover met je leerlingen?

Online pesten, privacyproblemen, sexting of misleidende influencers. Jongeren leven in een digitale wereld vol kansen, maar ook vol risico’s. Jongeren bewegen zich moeiteloos online, maar beseffen niet altijd welke risico’s daarbij horen. Voor docenten ligt hier een belangrijke rol weggelegd: leerlingen begeleiden om kritisch na te denken over hun online gedrag. Maar hoe pak je dat aan in de klas?   Waarom is het zo belangrijk om over internetrisico’s te praten? Veel jongeren overschatten hun eigen online vaardigheden. Ze weten bijvoorbeeld hoe ze TikTok moeten gebruiken, maar ze weten niet altijd wat de gevolgen zijn van wat ze daar posten. Onderzoek laat zien dat jongeren risico’s op het internet vaak pas herkennen als er iets misgaat. Een nare opmerking, cyberpesten, een gedeelde foto of een virale video. Daarom is preventie via gesprek zo krachtig. Praten over internetveiligheid en privacy zorgt ervoor dat leerlingen leren reflecteren vóór er iets misloopt. Dat

Lees meer

Positieve klassensfeer creëren: van regels naar routines en groepsgevoel

Een veilige en positieve klassensfeer creëren is misschien wel de belangrijkste taak van elke docent. Waar leerlingen zich veilig en geaccepteerd voelen, ontstaat er ruimte om te leren en samen te werken. Maar dat gaat niet altijd vanzelf. Pestgedrag, onduidelijke regels of storend gedrag kunnen de harmonie in de klas snel verstoren. Gelukkig zijn er bewezen strategieën om een klas om te vormen tot een hecht en positief team.   Van veel regels naar 5 gouden afspraken Recente onderzoeken bevestigen dat een lange lijst schoolregels vaak averechts werkt. Wanneer er te veel regels zijn, reageren leraren vooral op overtredingen die zij persoonlijk belangrijk vinden, wat leidt tot verschillen in aanpak en frustratie bij leerlingen. Onderzoekers als Archer en Hughes (2011) en Alter en Haydon (2017) benadrukken dat minder regels juist meer duidelijkheid en consistentie opleveren. Ook Gable, Hester, Rock en Hughes (2009) toonden aan dat een beperkt aantal kernregels effectiever

Lees meer